Alles over Ton van de Ven, Voormalig creatief directeur van de Efteling

Hugo en het avontuur van de verboden stad: deel 6

En plots ziet hij tot zijn groot genoegen Hugo staan met verscheurde kleren. “Man dat was een spannend moment.” roept Hugo naar boven. Maar het is gelukt. “Laat mij hier maar hangen.” roept Zanzar, ik durf niet. En als je denkt dat Hugo net als in films een hele discussie gaat voeren of Zanzar wel of niet naar beneden moet komen, hakt ie zelf de knopen door. Hij geeft een ruk aan het touw en meteen raast de kooi van Zanzar het water in, Hugo springt gelijk in het water en knokt voor de tweede keer met de krokodillen, dit keer neemt hij een dikke stok mee waarmee hij op de hoofden van de krokodillen staat te meppen. Kreunend komt Zanzar naar de kant terwijl Hugo een stuk touw in het water vind en die om de bek van één van de krokodillen bindt, de andere twee krokodillen lijken de strijd op te geven. “Hallee!” roept Hugo, dat hebben we overleefd. “Zijt gij zot geworden?” vraagt Zanzar boos aan Hugo. “Ja, maar als we dat gezeur van “ik durf niet” aan moet horen, dan staan we hier morgen nog.”zegt Hugo. Maar laten we nu lomp gaan vechten, want hoe gemener die tovenaar tegen ons wordt. Hoe kwader ik wordt. Ik wil wraak, WRAAK!! “Je hoeft niet zo te schreeuwen Hugo.” zegt Zanzar. Ik sta vlak naast je. “Weet ik, maar het voelt zo stoer als ik dit zeg.” zegt Hugo. “En hoe wil je nou wraak nemen op een tovenaar?” vraagt Zanzar. Die man is machtig. Wie weet ziet ie nu in een kristallen bol dat wij vrij zijn. “Of niet.” zegt Hugo. Hij heeft deze ellende veroorzaakt. En dit is allemaal begonnen met een onschuldig stuk taart, die maffe tovenaar speelt een gek spelletje met ons.

Na enige tijd door diverse gangen gewandeld te hebben komen Hugo en Zanzar terug in het paleis. “Goed.” zegt Hugo. Nu moeten we weer op zoek gaan naar de kamer van de tovenaar, en ditmaal moeten we voorzichtiger zijn dan ik weet niet hoe lang geleden. “Hoezo je weet niet hoe lang geleden?” vraagt Zanzar. “Ik weet niet hoe lang we buiten westen waren.” zegt Hugo. “Oh zo.” zegt Zanzar. “goed, laten we heel voorzichtig dit paleis uitkammen.” “We kwamen uit in een soort binnenhaven.” zegt Hugo. Dat zal wel ergens in de kelder zijn. De oude heren lopen door het paleis en telkens verstoppen ze zich als er wachters of als de sultan voorbij kwam. Plots kwamen ze bij een deur, wat zat er achter de deur? Nee, geen schatkamer, maar een soort van garderobe. Waarin allerlei kleren lagen. “Ik ga sjeik spelen.” zegt Hugo, Jij wordt een gevolg. “Gevolg?” vraagt Zanzar. “Ja.” zegt Hugo, een rijke sjeik gaat altijd opstap met zijn gevolg. “Ja, maar dat zijn een hele hoop mensen bij elkaar.” zegt Zanzar. Ik spreek uit ervaring. “En ik speel een uiterst zuinige sjeik die enkel geïnteresseerd is in de kamer van de tovenaar.” zegt Hugo terwijl hij in de garderobe rondneust. Hebbes, hier vind ik ideale kleren voor jou. “Maar hoezo, zijn we geïnteresseerd in de kamer van de tovenaar?” vraagt Zanzar, die tovenaar laat nooit zijn kamer nooit zien. “Weet ik.” zegt Hugo, maar de sultan komt er niet achter, dat ie bezoek heeft van een rijke sjeik. Je moet gewoon doen wat ik zeg en niks vragen, als er iemand iets aan ons vraagt doe ik het woord. “Afgesproken?”vraagt Hugo. “Deal.” zegt Zanzar.

Een rijke sjeik(die eigenlijk Hugo is) en zijn eenmalige gevolg genaamd Zanzar lopen door het paleis. Plotseling komen ze een soldaat tegen, en die zegt: “Dit is toch geen mop hè?” “Nee.” zegt Hugo. Wij zoeken eigenlijk de tovenaar, is deze op zijn kamer? “Wij willen graag zijn toverstaf.” vult Zanzar aan. Hugo stampt op de tenen van Zanzar. “Oeh!” zegt Zanzar. Ik bedoel we zoeken geen toverstaf hoor! En wéér stampt Hugo op Zanzar’s voet. “Ik bedoel ik heb niks over een toverstaf gezegd hoor!”zegt Zanzar dan. “Sorry soldaat.” zegt Hugo, mijn enige dienaar is een beetje een grappenmaker, maar de tovenaar had ons laatst verzocht om naar hem toe te komen. “Helemaal niet!” zegt Zanzar, wij gaan er inbre… hij kon zijn zin niet afmaken want Hugo hield zijn hand voor de mond van Zanzar. “Weet u waar we moeten wezen?” vraagt hij. “Ja hoor.” zegt de soldaat. U gaat hier links af en dan komt u aan het einde een deur tegen, daarachter is een trap en ik geloof dat daar de tovenaar moet zitten. “Mooi.”zegt Hugo, dan gaan we daar naar toe. Bedankt.

De twee oude heren lopen de trap af. Plotseling horen ze de tovenaar vloeken. “Hij praat tegen iemand.” fluistert Zanzar. “Weet ik.” zegt Hugo. Hij kijkt door het sleutelgat, de tovenaar moppert tegen twee soldaten. Hij zegt: “Jullie uilskuikens, jullie hadden er bij moeten blijven en nu zijn die twee opa’s er vandoor, straks Ruïneren ze nog mijn meesterlijk plan om de sultan van dit sprookje uit de 1001 nachten te worden.” “Oh.” fluistert Hugo. Maar dan snap ik nog steeds niet waarom ik gearresteerd werd. Plots zegt één van de soldaten tegen de tovenaar: “Waarom moesten we dan die bezoeker arresteren?” “Omdat vreemdelingen altijd de boel saboteren.”zegt de tovenaar. “Ik zie in mijn glazen bol ook films en daarin gebeuren dit soort dingen, daarom deed ik mij voor als een soort dief die heel de stad leegstal, want toen ik met mijn bol de toekomst voorspelde wist ik dat een oude bokkerijder per ongeluk hier terecht zou komen om vervolgens mij te verslaan, maar verder vervaagde het beeld uit de kristallen bol zich, en waarom? Dat weet ik nog steeds niet! Vooruit, wegwezen uit mijn laboratorium, en kam heel de fata morgana uit!” De soldaten liepen de kamer uit, groeten een rijke Sjeik en zijn eenmalige gevolg, niet wetend dat dit Hugo en Zanzar zijn. De tovenaar daarentegen verlaat via de uitgang waarin Hugo en Zanzar het Laboratorium eerder binnen drongen en sloot de deur achter zich. “Ik geloof dat de kust veilig is.” fluistert Hugo. Treed binnen met een reine ziel. De beide heren sluipen de kamer binnen. Zanzar tikt Hugo aan. En zegt: “Dat ding daar op tafel, dat lijkt wel een Toilet Armatuur, zou dat nou de bol zijn waar de tovenaar altijd in kijkt?” Hugo schroeft de bol open, en ziet er een peertje inzitten. “Dit is inderdaad een toilet armatuur.” zegt Hugo terwijl hij de bol terug op het armatuur schroeft en het op tafel zet. “Weet je Hugo.” zegt Zanzar met een bezorgd gezicht, ik weet niet wat die tovenaar allemaal van plan is, maar ik heb een voorgevoel dat het iets heel slechts is. “Dat is het zeker.” zegt Hugo. Daarom moeten we zo snel mogelijk iets vinden, wat hem al z’n krachten afneemt.

.