Alles over Ton van de Ven, Voormalig creatief directeur van de Efteling

Hugo en het avontuur in de verboden stad: Deel 5

Verhalen: Hugo en het avontuur in de verboden stad: Deel 5

Terwijl het vlot over het water gaat, neuriet Hugo de melodie van Villa volta. Uiteindelijk komen de beide heren aan bij een poort, daar stroomt de rivier onderdoor. Gek eigenlijk, zoiets zou niet moeten kunnen. Maar dit is ook een sprookjes wereld en het kan nog gekker. De poort ging open en met het vlot varen de beide heren door een lange tunnel. Met achter hen een hoofd van een kat, die als het ware om de poort heen gemaakt is. De tunnel zelf heeft een heel mooi gewelf, met langs de zijkanten mooie pilaren en aan de muur duivelse slangenkoppen met lichtgevende ogen. Hugo die zo relaxt is van het rustige water, dut in en daar heb je het al. De lange gang gaat al scheefhangen. Zanzar maakt Hugo wakker. “Wakker worden Hugo!” zegt Zanzar, de vloek lijkt je weer te treffen, Hugo doet 1 oog open en ziet met zijn ene oog dat de ogen van het kattenhoofd lijken te glimmen. Plotseling komen er 4 laser stralen uit en ze schieten alle kanten op. “Help!” roepen de beide heren, ze springen rond op het vlot om niet geraakt te worden, en ze maken zulke rare sprongen dat het lijkt alsof ze staan te dansen. Het vlot wiebelt alle kanten op en het gaat zo hevig dat ze bijna omslaan. Gelukkig zijn ze dan toch net op tijd  uit de tunnel met de laser stralen. “Pfoe!” zegt Hugo Was me dat dansen. “Ongelofelijk,” zegt Zanzar, je hield me zo stevig vast, het was echt een mislukte tango dans wat wij daar uitvoerde. “Zullen we dan nog een keer de tango dansen?” grapt Hugo.

Plotseling zijn de mannen in een donkere gang, het waait er behoorlijk. “Lekker frisse wind.” zegt Zanzar. “Nou de winden die ik laat zijn anders niet zo fris.” grapt Hugo. “Kan je ook normaal doen?” vraagt Zanzar boos. “Sorry hoor.” zegt Hugo, een beetje humor op z’n tijd mag ook wel. Het tweetal bereikt eindelijk een soort van geheime binnenhaven, ze klommen van hun vlot op de steiger en liepen naar de enige deur in de ruimte, ze en ze belanden in… juist! De kamer van de Tovenaar. En wat een hoop rommel ligt er overal. Wat een rommelvent is die man toch. “Zeg.” zegt Hugo plots, ik denk ineens aan iets, gij hebt toch ook magische krachten? Want je zei dat je toen de geest het paleis op z’n kop had gezegd, dat jouw macht weer in dit paleis gold. “Dat heb ik inderdaad gezegd.” zegt Zanzar, alleen is het niet terug te lezen in dit verhaal. “Sufferd!” zegt Hugo, dat had je nou niet moeten zeggen. “Sorry.” zegt Zanzar, daarbij die maffe tovenaar die hier zit, heeft me mijn krachten afgenomen.

“Dan gaan we een spreuk op zoeken, die jou je kracht dan ook meteen teruggeeft.”oppert Hugo. “Goed.” zegt Zanzar, dan gaan we even een soort van Huiszoekings bevel hier toepassen in deze tovenaars bende. Hugo kijkt de kamer rond, en ziet op een rommelige tafel een stok liggen. “Zou dat een toverstaf wezen?” vraagt Hugo. “Geen idee.” zegt Zanzar, tover eens iets. Hugo pakt de stok en zegt: “Abracadabra, zand zeep en soda!” “Wat zeg jij allemaal?” vraagt Zanzar. “Oh dat is een liedje wat ik ooit gehoord heb.” zegt Hugo. Maar veel doet die stok niet. “Geef mij die stok eens.” zegt Zanzar, hij pakt de stok en roept: “Slabam!” En meteen brak de stok. “JAAAH! Jij kan toveren!” roept Hugo blij uit. “Hoe kom je daarbij?” vraagt Zanzar boos. “Ja, jij toverde de stok kapot.” zegt Hugo. “wel nee!”zegt Zanzar. Dan zou het heel anders gaan, die stok brak gewoon. Plots ging er ergens anders in de kamer een deur open, en daar stond hij dan, de tovenaar. Hij prevelde iets en Hugo en Zanzar, raakte buiten westen.

Later werd Hugo wakker en zag dat ie in een kooi zat van bamboe. En in een andere kooi zag hij Zanzar liggen. Plotseling hoorde hij een stem roepen: “Zo, ben je al wakker opa?” Hugo kijkt naar beneden en ziet daar de tovenaar staan met twee soldaten naast zich. “Dit is dé manier om van jullie af te komen.”zegt de tovenaar grinnikend. Steeds als jullie bewegen, zakken jullie langzamerhand naar het water en dan worden jullie opgegeten door allerlei krokodillen. “Ohja?” vraagt Hugo, en hoe willen ze dan dat Bamboe kapot krijgen? “Ach, dat wordt wel zacht door het vocht.” zegt de tovenaar. Veel plezier allebei. De tovenaar lacht overdreven op een gemene toon, en loopt met de soldaten weg. Van het gelach werd Zanzar wakker, toen ie zag waar hij in zat, raakte hij volledig in paniek, waardoor de kooi steeds ging zakken. “Niet bewegen!” roept Hugo. “Ja maar waar ben ik hier nou ergens?” vraagt Zanzar verschrikt. “Nou, boven water met alle krokodillen.” zegt Hugo. Zanzar gaat doodstil in zijn kooi zitten. “Gelukkig, de kooi zakt niet meer. Oh Hugo, heb je nog een goed idee?” vraagt Zanzar. “Ja ik ben aan het nadenken.” zegt Hugo, en ik vrees dat ik geen andere oplossing weet. “Wat is je oplossing voor dit grote probleem?” vraagt Zanzar, Hugo vertelt zijn plan: “één we laten de kooien zakken en happen dan naar adem, twee als de krokodillen ons aanvallen, dan zullen wij tegen ze vechten met al onze kracht.” Zanzar slikt, en zucht: “Dus we moeten ons op offeren.” “Juist.” zegt Hugo, en hij begint ijverig in zijn kooi te springen, alsof ie een onrustige Chimpansee is dat uit z’n kooi wilt. De kooi zakt snel en komt te water en in het water gebeurt een hele hoop. Zanzar houd z’n ogen dicht. Plotseling wordt het rustig, en Zanzar durft nog steeds niet te kijken. Hij vreest het ergste. En langzaam opent hij één oog.

.