Alles over Ton van de Ven, Voormalig creatief directeur van de Efteling

Interviews

Interviews: TVDVFS – Ton algemeen

Dit interview heeft tvdvfs zelf afgenomen bij Ton van de Ven.

14-04-2012

1. Heeft u zich als kind al eens bezig gehouden met tekenen en kunst?

Nou, als kind heb ik me wel bezig gehouden met tekenen, zoals ieder kind dat doet. En met kunst, nee, dat mag je geen kunst noemen, maar het was wel zo, dat op de lagere school het toch wel opviel bij onderwijzers dat ik een zekere tekenvaardigheid had en het werd mij duidelijk, dat ze dat wel leuk vonden. Omdat ik bijvoorbeeld zag dat onder het speelkwartier een onderwijzer dan een tekening meenam naar buiten, om het dan aan een collega te laten zien. En die onderwijzers vonden het dan hartstikke leuk, dus ik dacht “nou ja, ik heb toch wel ergens indruk mee gemaakt.” Ik kan me zelfs nog herinneren wat voor een tekening dat was, het was een tekening met bootjes erop, bootjes bij Volendam. Daar leek het wel een beetje op. Het valt zo ineens weer binnen door deze vraag van jullie.

2. Hoe heeft u de tijd op de Design Academy ervaren?

Nou dat was heel prettig, ik kwam vanaf het gymnasium Augustinianum in Eindhoven daar terecht, en de oorzaak daarvan was dat ik op het gymnasium niet al te beste resultaten scoorde. De talen waren goed, maar wiskunde en dergelijke, dat was een ramp. Een totale ramp. En toen dacht ik “nee, dit gaat niet hard lukken” en we hadden op dat Designacademyehv1 InterviewsDesignacademy  een tekenleraar genaamd meneer Louwers. En die meneer Louwers, die mocht ik graag. En hij mocht mij blijkbaar ook wel. Hij wist van mijn probleem dat ik op een gegeven moment dacht “Zelfs met bijlessen haal ik mijn derde jaar niet daar.” Dat maak ik niet goed af. En toen heeft hij, omdat hij ook les gaf aan de avondacademie, het voor elkaar gekregen dat ik gedurende een schooljaar in de kersttijd over kon stappen naar die Academie voor Industriële Vormgeving, en dat was voor mij een bevrijding. Dus de tijd daarna is ondanks dat er veel dingen gebeuren waarvan je denkt dat zou ik nou wel wat anders gewild hebben of anders willen hebben zien, een hele goede tijd geweest. Want ik was een vrije jongen geworden en ik voelde me niet zo geremd door mijn eigen handicap, dat ik dus niet met mijn wiskundeprestaties echt vooruit kwam. En ik wilde wel iets met mijn wiskunde gaan doen. Ik wilde eigenlijk een bioloog worden. Dat is er niet van gekomen. Nu heb ik toevallig een dochter die dat wel is geworden, maar pappa, nee.. die werd het niet.

3. Had u toen u voor de Design Academy koos ook nog andere studierichtingen in gedachten?

Nee, niet echt. Want stel dat je een gymnasium afmaakt, dan krijg je dus een universiteit erachteraan en dat was toch in die richting van die biologie. Maar dan ook die biologie die ik leuk vond. Dus een soort prikkebeenbiologie. Achter de vlindertjes aan, dieren, planten enzovoorts. Biologie is natuurlijk een heel breed terrein. Maar dat was hetgeen waar ik het meeste in zag en waar ik me in wilde bekwamen. En wat ik ermee kon, ach.. dat zou ik dan later wel weer zien.

4. Het eerste sprookje waar u aan mee werkte was de Indische waterlelies, wat heeft u daar allemaal voor gedaan?

Bij de Indische waterlelies heb ik wat aanvullend werk verricht bij het uittekenen van Anton Pieck-schetsen. O.a. voor de ruimte invulling met rotsen in de hal waar de show plaats vond. Naderhand heb ik mijn eigen handen ook Indischewaterleliesmaar laten wapperen, want de modelleurs die ik aantrof toen ik daar ging werken hadden het nogal druk. Ik bood ze aan meeIndischewaterlelies1 Interviews te helpen totdat ze zeiden “Je gaat toch niet ook modelleren, want dat kun je toch niet?”. Ik zei “oh, dat kan ik best nog wel” en toen ben ik dus in een tijd van dat er een hoop ellende was, ook te weinig productietijd en het allemaal niet lukte, begonnen met de kikkers te modelleren. En toen schoot men mij heel snel te hulp. Want ze dachten “hij doet dat toch niet”. Maar hij deed dat dus wel, en toen gingen zij ook meteen mee doen. En zo hebben we daar gemodelleerd. Een dag, een nacht, een dag, een nacht, zonder te slapen. Alleen maar om die kikkers klaar te krijgen. Je was eigenlijk met alles bezig waar je ook maar een beetje kennis, kunde of verstand van had. Er was niemand anders, we moesten het allemaal zelf doen. Het was niet zo geregeld als deze tijd. Dat was meer als het werken van padvinders met het insigne van “handige jongens”.

5. Aan welke sprookjes heeft u nog meer meegewerkt?

Aan het kabouterdorp bijvoorbeeld. Ook de wolf en de zeven geitjes en noem maar op. Aan al die dingen heb ik dus in die tijd aan meegewerkt tot 1974. Daarna zijn het mijn eigen ontwerpen geworden.

6. Wat voor een soort kasteel moet het Spookslot eigenlijk voorstellen? Want je gaat een kasteel binnen, en in de hoofdshow kijk je vervolgens uit op een kloostertuin.

Lees meer attractieinformatie over het spookslot.

Nou, het kasteel is eigenlijk alleen de verpakking van de belevenis. Je moet het als een hele mooie doos zien. Waar ik per slot van rekening iets heel aparts van wou maken. Buiten kun je niet vrij je gang gaan. Je kunt de sferen niet pakken en vastleggen. Dus dat moet je toch in een doos doen. En die “doos” is nou toevallig een Keltisch kasteel geworden. Zo toevallig was dat ook weer niet want Anton heb ik destijds gevraagd mee te willen werken Spooksloten te denken omdat ik het zo vervelend vond dat ik zo’n groot project onder handen had en dat had hij nog nooit gehad in zijn tijd. Zijn grootste projecten waren toen der tijd de Indische waterlelies, daarna het carrouselcomplex en het Diorama, Maar zoiets groots als het spookslot had hij nog nooit onder handen gehad. Dus ik vond het leuk dat hij daar ook aan meewerkte en over mee dacht. Maar hij vond dat niet nodig. Toch heeft hij het wel gedaan. “Ik zou het heel aardig vinden om daar een Keltisch kasteel van te maken etc.”was een van zijn spontane opmerkingen. We hebben samen ook snelle schetsen gemaakt. En daarna zei Anton: “Nou moet je het zelf doen, want dit is vanaf nu jouw terrein geworden.” Nou, dat heb ik toen maar gedaan, he!

7. Wat was de inspiratiebron voor de Fata Morgana geweest?

Lees hier meer attractieinformatie van de Fata Morgana.

De inspiratiebron was een beroemde Disneyland attractie. Dat waren the Pirates of the Caribbean. Toen ik dat gezien en meegemaakt had was ik FataMorganaonder de indruk van de mogelijkheden om een aantal zalen tegen elkaar te plakken waar verschillende dingen groots getoond konden worden. En dat moest ik op één of andere manier ook kunnen gebruiken. EnFataMorgana Interviews dan ga je natuurlijk niet ook aan piraten denken, want dat was Disney’s zaak. Maar ik vond het fantastisch om iets te gaan doen met de sprookjes van 1001 nacht. Wat geen één sprookje is, maar een verzameling van sprookjes en waar de meeste mensen niet zo veel van kennen. Ik kende er ook zoveel niet van. Natuurlijk, ik wist wel hoeveel banden er wel niet verluchtigd zijn met de tekeningen van Anton Pieck maar van de sprookjes zelf wist ik ook niet zo veel. Maar toen dacht ik, ik ga daar toch maar iets mee doen. Ik gebruik gewoon sprookjesachtige sferen. Ik ga ze aan elkaar lijmen. Ik heb vervolgens de jongens waarmee ik werkte gezegd “jongens kom mee, we gaan erover praten. We gaan elkaar verhaaltjes vertellen, wat zou nou grappig zijn en wat zou nou erg mooi kunnen zijn. Maar één ding moet zeker zijn. Wij moeten het anders doen dan wat we elders in de wereld gezien hebben. We moeten origineel blijven.” Nou, en zo hebben we dat gedaan.

8. VIDEO

Kunt u ons vertellen, hoe dat de totstandkoming van het interieur en de totale sfeer van Villa volta is ontstaan?

Lees meer overVilla Volta.

9. In 2011 heeft de Efteling voor het eerst gebruik gemaakt van projectieshows van 3 attracties, waaronder Villa volta en Spookslot, hoe vind u deze geworden?

Ik vond dat een heel mooi en indrukwekkend gezicht. Vooral op Villa Volta. Op de andere vond ik het wat minnetjes geworden. Maar er is altijd iets het beste, waardoor het andere iets minder is.

10. Hoe is het idee voor ’t Huys van de Vijf Zintuigen ontstaan?

Lees meer informatie over het huis van de vijf zintuigen.

Er werd veel gepraat over een nieuwe ingang. Als je het over een nieuwe ingang hebt dan zijn er een hele hoop mensen die werken bij zo’n ingang. En die doen eerst hun woordje en zeggen wat ze noodzakelijk vinden voor zo’n ingang. Want er komen mensen met honden, mensen die moeten plassen enzovoorts. Dat vraagt dus een programma van eisen. Nou, daar lusten hvdvzdiezelfde honden geen brood meer van. En toen heb ik een paar keer gezegd dat het erg moeilijk werd om te voldoen aan allerlei programma’s van eisen, waar ik onderhand over ging struikelen. Maar ik heb één ding van iedereen gehoord. Stel nu dat je aankomt en je loopt in de regen, en je kunt niet binnen. Dan sta je daar toch maar nat te worden. Nou, één ding vind ik dan ook het aller belangrijkste, en dat is dat als het nou werkelijk zo geweldig regent, dan moet daar een goede paraplu boven. Een paraplu van een rieten dak. En toen dacht ik. Weet je wat, ik presenteer een dak dat op zijn minst voor vrijwel alles groot genoeg zal zijn. Dan kunnen ze daar onder dat dak doen wat ze zelf willen. Dan kan daar een toilet-unit komen, dan kan daar een gastenservice komen en kunnen daar kassa’s komen die later waarschijnlijk niet meer nodig zullen zijn. Want we gaan met onze tijd mee en je gaat bij de kruidenier bij wijze van spreken een kaartje halen. Wat dan zo grappig is, is de vorm natuurlijk. Ik vond dat hartstikke leuk om dat een beetje te laten corresponderen met wat ik voor de laven heb gedaan, voor het hele lavenlaar gebeuren. Ik heb een beetje gedacht aan de Indonesische invloeden die misschien wat mee konden doen, maar het meest heb ik zitten denken aan een vorm die in dat landschap geplaatst kon worden zonder dat die grote vorm, want het moet groot zijn, vervelend gaat botsen met zijn omgeving. Natuurlijk, ik heb ook aan een kasteel gedacht. Maar ik dacht, nee ik moet iets hebben wat organisch is. Wat bijna plantaardig is. Wat juichend overeind komt aan de horizon in het landschap. Geef het maar een mooie vorm! En dan ben je aan het tekenen, en dan ben ik aan het zwaaien met mijn potloden en dan denk ik nou, gewoon doen. Dit gewoon doen! Het is een grote paraplu, we kunnen er naderhand van alles mee. En ik zou het gewoon leuk vinden. Nou, en het heeft zo mogen zijn. Dus zo ontstond de entree. Waarvan anderen wel eens zeiden van “wat een flauwekul, het ziet er niet uit, is net een Madonna B.H., of, prachtig ding, maar wat heeft dat met een entree te maken? Maar op sommige momenten moet je over die dingen niet twijfelen. Je moet ze beleven. Je moet ervan houden of niet. En als je er een beetje van houdt, dan moet je dat doen!

11. Zijn er ook sprookjesfiguren, die u ontworpen heeft, gebaseerd op mensen die u kent uit uw omgeving?

Ja, de Laven.

Lees meer informatie van het lavenlaar.

12.VIDEO

U bent ook enige tijd in Duitsland werkzaam geweest, wat heeft u daar precies gedaan? En hoe heeft u het ervaren?

 

13. Waarom nam u toen de keuze, om weg te gaan uit de Efteling?

We hadden een verschil van mening. En dat verschil van mening was voor mij niet heel zwaar, maar toen ik zag dat bepaalde mensen waarmee ik heel goed kon opschieten gevraagd werden om hun biezen maar te pakken, toen dacht ik, dat gaan ze mij straks ook vragen. En ik dacht, zover laat ik het niet komen. Toen ben ik eigenlijk niet graag maar toch gegaan. En ik heb ook toen gezegd “Ik blijf nog drie maanden”. Maar toen zeiden ze: “Als je dan toch gaat dan mag je meteen vertrekken”.Maar ik zei:” Nee dat doe ik niet, niet nu meteen.” Maar ik had mijn zaken in Duitsland al geregeld. En het was een leuke tijd in Duitsland. En ik ben in Duitsland weg gegaan om een heel eenvoudige reden. Ik had in die tijd al twee kinderen. En die twee kinderen moesten noodgedwongen ook met mij en mamma mee naar Duitsland. Die spraken Duits op een gegeven moment. En toen dacht ik, als ik hier blijf dan moet ik ze een Duitse opvoeding geven en ze naar Duitse scholen sturen en dan kom ik dus niet weg uit Duitsland, ik moet dan oftewel blijven in Zwitserland, Oostenrijk of Duitsland. En dat wou ik eigenlijk ook niet. Dus vandaar dat een telefoontje uit Kaatsheuvel en uit Overveen bij mij als een soort verlossing kwam. Want de kinderen konden toen precies op het juiste moment scholing krijgen hier in Nederland. Want ons dochtertje zat in Duitsland al op de Kindergarten (kleuterschool).

14. U bent ook enige tijd werkzaam geweest als illustrator, kunt u daar iets meer over vertellen?

Anton had een zoon genaamd Max. En Max werkte voor een uitgever welke natuurlijk gebruik maakte van de illustraties van zijn vader. Er waren diverse mensen die hun sprookjes via die uitgever gingen uitgeven. De uitgeverij was Omniboek. Max zocht iemand die kon illustreren op het gebied van sprookjes. Hij wilde zijn vader daar niet voor lastig vallen. En dat kon ik me heel goed voorstellen want ieder flutboekje illustreren, dat is niets voor Anton. Dus dat heb ik toen mogen horen als een verzoek aan mij. En toen dacht ik ja, eigenlijk wel grappig om dat een keer te doen. En toen heb ik dus een aantal boekjes geïllustreerd. En daar ben ik mee opgehouden om een zakelijke reden. Het verdiende voor geen meter maar het was wel leuk als een avontuur. .

15. Komt u nog wel eens in de Efteling?

Ik kom natuurlijk geregeld in de Efteling. Meestal is het dan zo dat er dan iets te doen is en dan neem ik daar graag aan deel. Maar in de meeste gevallen is het doodgewoon een rondje lopen. Een groot rondje of een wat kleiner rondje om eens te gaan kijken hoe het erbij staat. Nauwelijks ergens naar binnen gaan. Of wat ook wel voorkomt is dat ik bepaalde mensen uit mijn verleden begeleid om de jongste Efteling te laten zien.

16. Wat vind u van de sfeer van de Efteling?

Ik geniet dat de Efteling allerlei nieuwe paden ingaat en ook oudere paden weer blijft betreden en verzorgen. Ik ben heel trots op het feit dat de Efteling zich door al die jaren heen zich heeft blijven ontwikkelen. Ook op de groei van gasten die ze weten te realiseren. Ja, ik vind die sfeer hartstikke leuk eigenlijk.

17. Zo nu en dan wordt er wat veranderd en aangepast aan attracties, wat vind u van de vernieuwde wachtrij van Vogelrok?

Lees meer attractieinformatie over de Vogelrok.

Ik vind het een hele vooruitgang. Veel van de attracties van de Efteling zijn ontstaan in een situatie dat het geld zeker niet voor het oprapen lag om alles zo te krijgen zoals je het zou willen. Dus wat destijds verzonnen was door mij, bijvoorbeeld  de laserstralen in de ingang,  waren eigenlijk noodgrepen om toch nog iets te kunnen doen met de fantasie van de mensen om er een spelletje mee aan te gaan en zich bezig te houden als ze daar in de wachtrij stonden. En op dit moment vind ik het er goed uit zien.

18. Een andere verandering, was in en rondom de droomvlucht, de elfjes hebben pruiken in diverse kleuren gekregen, de droomvlucht, is verder afgewerkt, zodat het er vanaf de parkeerplaats niet meer uit ziet als een standaard gebouw, maar een mooi gebouw met een toren erop, hoe vind u dit allemaal geworden?

Lees meer attractieinformatie over de droomvlucht.

Bepaalde dingen vind ik niet bijzonder geslaagd,  bijvoorbeeld de gekleurde pruiken vind ik niet geslaagd. Dat slaat nergens op en dat hoeft ook niet. Maar voor de rest vind ik dat, wanneer je je realiseert dat het bijna twintig jaar bestaat, je steeds ergens moet ingrijpen om het op niveau te houden. Hoe het erbij staat op dit moment? Daar gaat toch even ook mijn hoedje voor omhoog. Chapeau! Het kan nooit blijven zoals het was. Het wordt ouder. Er zijn momenten die wat dingen onmogelijk maken die vroeger wel mogelijk mochten zijn. En daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat je ergens bij de elfentuin erover heen zweefde. Maar op het moment dat je dan een storing hebt en daar vast hangt heb je een echt probleem, waar zo mooi in de diepte keek kon je toen niet uitstappen. Dan kan ik me voorstellen dan men op een gegeven moment zegt dat ze dat niet meer op die manier kunnen handhaven. Maar we nemen een loopvlonder en die gaan we dan met plantjes beplakken en zo. Fraaier vind ik het niet.  Effectiever wel.

19. Op welke manier heeft de Efteling afscheid genomen van u als creatief directeur?

BeeldjeTon Interviews

Dat was een hele koude winterdag maar gelukkig wel zonnig. Wij zijn met het hele gezin, kinderen en kleinkinderen met Friese paarden en mooie koetsen thuis opgehaald en we hebben een tocht gemaakt door de hele Efteling heen. Langs alle plaatsen waar ik mijn sporen heb achtergelaten. En dat was bijzonder grappig en erg goed verzorgd. Overal waren leuke acts, de Eftelingfanfare D.E.E.F. heeft ons begeleid en het was op die dag dat het Ton van de Ven-plein ontstond en Villa Volta gedecoreerd werd met mijn beeltenis! Dat alles in de aanwezigheid van collega’s, oud-collega’s en vrienden. Wij en vooral ikzelf voelden ons zeer vereerd met zo’n afscheid!

Rechts is een foto te zien van een beeldje van Ton, welke hij kreeg van de Efteling bij zijn vertrek.

20. Hoe hebben uw kinderen ervaren, dat u een belangrijke rol speelde in de Efteling?

Dat is een moeilijke vraag. Want de kinderen zijn niet door mij direct betrokken geweest bij het ontstaan van ideeën voor de Efteling. Maar ze vinden het heel leuk en ze zijn er heel trots op, dat wel. De kinderen gingen ook niet zeggen mijn vader doet dit en mijn vader doet dat.

Ze genoten er natuurlijk wel van!

21. Wat doet u tegenwoordig allemaal nu u weg bent bij de Efteling?

Veel tuinieren en ik heb ervan genoten dat ik tijd voor alles had. Zelfs de ramen wassen doe ik hier thuis. En voordat ik weg ging zei ik vaak “ik ga beeldhouwen”. Dat heb ik dan getracht te doen. En dat ging ook wel leuk. SchilerijTon InterviewsMaar dat gaf me een rotzooi. Een beetje schilderen doe ik ook. Vreemde dingen maken. Niet zo zeer om een schilderij te maken, maar ik ben altijd met tekenen bezig om bezig te zijn en niet om de tekening zelf. Ik heb wel tekeningen gemaakt om er weer iets anders uit te laten ontstaan., dan heet die tekening een ontwerp natuurlijk. En zo ben ik nog eigenlijk nog iedere keer bezig. Ik laat me hand ergens gaan waarvan ik van te voren nog niet weet waar het naartoe moet. Dat ik wat ik dan altijd noem het” droodlen”. En als het dan wat aardigs wordt dan blijf ik wat langer aan het “droodlen’,  als het steeds aardiger wordt dan maak ik er iets goeds van denk ik. En daarna zorg ik ervoor dat ik het helemaal naar de vernieling teken en dan gooi ik het weg. Zo deed ik dat ook vroeger altijd met mijn tekeningen, niet altijd, maar bijna altijd verscheurde ik ze nadat ze hun functies hadden vervuld.

22. Krijgt u nog wel eens ideeën voor de Efteling, en doet u ondanks u daar weg bent er nog iets mee?

Ik krijg natuurlijk wel ideeën, maar ik doe er niks mee. Ik heb dat ook heel duidelijk zelf zo uitgesproken toen ik ging. Dat mensen denken wanneer je met succes in een bedrijf gefunctioneerd hebt, iedereen zit te hopen dat je daar steeds nog terug komt om jouw meningen daar achter te laten of van advies te dienen is zeker niet het geval. Nee, dat moet je niet gaan doen. Dat was in mijn tijd niet zo en dat is morgen niet zo en ook vandaag niet zo. En als je dat weet dat zeg je doodgewoon. “Jongens ga jullie eigen gang”. Maar de deur staat wel open, dus als je problemen hebt en de enige die daar iets aan kan doen dat is die meneer of die mevrouw, dan moet je daar gebruik van kunnen maken. Maar als je hoopt dat je van wijze van spreke door iedereen teruggewenst wordt, dan is dat een valse hoop! Als van daar is hij weer! Vergeet het! Zo ziet onze wereld er niet uit.

23. In een al reeds bestaand interview gaf u ook aan dat u schilderijen maakt, en dat u beelden gehouwen heeft, in welke stijl maakt u uw kunst tegenwoordig? Wat heeft u allemaal geschilderd en gehouwen?

Ton met Beeld2 InterviewsDat stelt niet veel  voor. In mijn tuin staan beelden. Dat zijn doodgewoon de proeven om met  een steen te werken. De eerste steen was vrij hard. Het is een Euville gesteente uit de maasvlakte van noord Frankrijk. Nou, en toen ik dacht het gaat redelijk goed, zag ik ook dat heel de tuin naar de barrebiezen ging. Overal stukjes steen en stof. Want je gaat schuren en je gaat raspen. Toen dacht ik “Het is best leuk, maar laat maar.” Toen ben ik een klein beetje gaan modelleren in was en heb ik wat bronzen beeldjes gemaakt en zeg ik “ja, ook aardig.” Maar ik ben te wispelturig. Ik ben momenteel bezig met een schilderij, waarbij ik ook nog niet weet wat het worden gaat. Het is doodgewoon werken met de materialen die niet zo’n grote rotzooi in je huis maken en dan kijken wat je ermee kunt bereiken.

24. Waar haalt u die inspiratie vandaan?

Ja dat weet ik niet altijd. Je wordt op een gegeven moment geprikkeld ergens door. En als dat zo is, dan heeft dat indruk op je gemaakt. En wat indruk op je gemaakt heeft neem je in je herinnering mee naar de dag van morgen en mee in de toekomst. Als ik ooit ergens ben geweest en daar heb ik dit gezien en daar heb ik dat gezien. Als je dan op een bepaalde dag iets moet en je zegt nou wil ik iets ophoesten wat mensen kan boeien, dan denk je: “Wat vond ik toen der tijd nou leuk?” Wat heeft mij geboeid? Dan kan je daar heel rustig mee gaan werken zeg ik altijd. “Want als het mij geboeid heeft zal het jullie ook wel weer boeien.” Zo eenvoudig is het. Niet te lang twijfelen aan jezelf.

25. Hoe ziet u de toekomst van de Efteling?

In de toekomst van de Efteling liggen gigantische kansen. Dus de Efteling hoeft helemaal niet bang te zijn dat ze in de problemen raakt. Het gaat als een trein.

26. Houd u van reizen, gaat u vaak op vakantie? En welke landen hebben het meeste indruk op u gemaakt?

Ja, ik hou van reizen. En ik heb best veel gereisd. Maar ik ben op dit moment wat rustiger. Ik  heb het genoegen mogen hebben om bijvoorbeeld om de wereld heen te reizen in drie weken. Dat was niet vanuit de Efteling, hoor. Door allerlei ontwikkelingen in de Efteling kwam je ook diverse malen in streken terecht waar je anders niet terecht zal komen. Dus en daar heb ik geweldig van genoten. Ja en je moet je ook realiseren dat als iemand zaken doet, hij ook veel reist. Die moet dan in vele gevallen, moet die naar bijvoorbeeld Philips. Het is leuk, maar je komt in omgevingen terecht en je werk is, je werk. En de binnenkant van de kantoren zien er allemaal hetzelfde uit. Ook al zitten er aan de andere kant mensen met een bruine huid en aan de andere kant mensen met een gele huid. Dat is allemaal hetzelfde. Nou, dat is bij onze wereld anders. Waar wij naartoe gaan is het altijd LOL. Want het zijn parken, want het is entertainment en amusement. Dat is de wereld waarin wij ons bewegen en waar we ook naartoe gaan. Het zijn altijd mooie omgevingen, altijd leuke mensen, altijd wat te doen met wat entertainers om je heen. En als je in die wereld mag verkeren, dan noemen ze dat met een mooi woord, dan ben je wat geprivilegieerd. Het land dat het meeste indruk op mij heeft gemaakt is in bijzonder Azië, waaronder bijvoorbeeld landen als Maleisië, Japan, Java, delen van China. Ik noem maar wat. Dat vind ik mooier dan rondhobbelen in Amerika. Alhoewel, Amerika heeft ook zijn prachtige plekken. En ook in de parken, als ik bijvoorbeeld in Disney ben. Dan wordt ik op de zelfde manier gepakt als iedereen hoor. Maar, neem Florida. En in Florida ligt Disney World. En daar ben ik vrij vaak geweest. Florida is zo plat als een dubbeltje en het is er heet. Florida heeft prachtig grote wegen. Prachtig om over te rijden. Maar om nou te zeggen dat ik van het landschap van Florida geniet. Nee.