Alles over Ton van de Ven, Voormalig creatief directeur van de Efteling

Interview met Paul Beck

Interviews: TVDVFS - Paul Beck 

Dit interview heeft tvdvfs zelf afgenomen bij Paul Beck (Oud-directeur van de Efteling).

1: Kunt u uw eerste ontmoeting met Ton van de Ven nog herinneren? En zo ja waar was dat en wat deed het met u?

Ik denk dat dat ergens in januari 1989 was. Ik was gevraagd om directeur van de Efteling te worden. Ik wist niet dat de Efteling bestond. En ik was er nog nooit geweest. Nauwelijks had ik wat van de Efteling gehoord. En voor kerst was ik algemeen directeur geworden van de Efteling. In januari had ik met Ton een gesprek, om te weten te komen wat de Efteling nu eigenlijk was. Ik kreeg een rondleiding door het park. En ik vond er helemaal niets aan. Maar buiten het seizoen om, dan heb je het nog over de tijd dat de Efteling ’s winters dicht was. Dan zag je geen beelden geen decoratie laat staan de bloemenpracht. Alleen wat sneeuw blubber en er woei een koude wind. Maar desondanks heeft Ton mij er van overtuigd, hoe mooi de Efteling eigenlijk was. Ik moest natuurlijk wel wat van de Efteling leren. Dus van het amusement in het park.
Indertijd werkte ik nog in zowel het verpleeg tehuis waar ik directeur was, en als algemeen directeur in de Efteling. Dus ik werkte toen halve dagen. En in juni vond men het nodig om me te bekeren tot de Efteling. Vervolgens heb ik een toch gemaakt samen met Ton van de Ven langs pretparken in Azië. Dat was Maleisië, Hong Kong en Japan. Dat was ook de meest intensieve reis die ik met Ton maakte. Ton zelf was er vaker geweest, en ik was er voor het eerst.  We deden het met de VDFU. Dat was van Duitse vrije tijds parken waar wij destijds dus lid van waren. We zijn in Azië naar de opera geweest, en in die opera werden vrouwenrollen door mannen gespeeld. Het was een serieuze opera. Maar wij zaten nogal klein en krom, en Ton en ik kregen toen de slappe lach, en dat terwijl er op dat moment een hele serieuze opera aan de gang was.
Ton had zo verkrampt in die stoel gezeten, dat hij de volgende dag, toen we samen de stad in gingen ineens niet meer kon lopen. Dus moest ik met hem op mijn rug naar het ziekenhuis lopen. Want hij zei: Paul ik kan niks meer. Ik heb een flink stuk met hem op mijn rug naar dat ziekenhuis gelopen. Eenmaal daar moest hij in de behandelkamer zich van zijn kleding ontdoen, en toen het gordijn open schoof, kregen we zo de slappe lach, dat de tranen over onze ogen rolden. En de verpleegsters mij nog moesten troosten. Gelukkig was het niet erg. En we stoken elkaar ook aan.

 

2:Wat was uw rol in de samenwerking met Ton van de Ven?

Zoals iedereen weet was ik dus de baas. De algemeen directeur van de Efteling. En voor zover mogelijk was, was ik dus verantwoordelijk voor Ton. Want Ton was een eigenwijze man. Hij had toen veel kennisvan attractieparken. Mijn verhoudingen zijn heel goed met Ton, we waren altijd goede vrienden van elkaar, en dat is sinds dien nooit veranderd. Veel discussies gehad. Een er van ging over het vervloekte huis Villa volta. Tien jaar was die attractie berekend, uitgetekend en klaar. Maar niemand wilde hem bouwen. Iedereen dacht dat het een kotsbak zou worden. Echter Ton had er alle vertrouwen in. We zijn naar Blackpool pleasure beach in Engeland gegaan, en daar hebben wij zo’n oude Haunted Swing illusion bezocht. En toen zei Ton: Dit gaan we bouwen. En dat is toen uiteindelijk gebeurd. En dat is echt typisch Ton. Hij was één van de beste in de wereld. Zou hij in Amerika wonen was ie misschien hoofd designervan Disney geworden.

3: Reinoud van Assendelft vertelde Ton van de Ven hem het een en ander geleerd heeft over de Efteling. Wat heeft hij u allemaal geleerd op het vlak van Efteling, en de formule van het park?


Alles. Ik was een gezondheidszorg man. Hij heeft me verteld wat voor ’n park het is. Natuurlijk niet financieel en juridisch. Maar meer het creatieve aspect ervan. Met name ook het pikken van Pieck. En ook dat je door de ogen van de gasten moet kijken. Want wat ik mooi vind, is totaal onbelangrijk.

4:Welke door Ton van de Ven ontworpen attractie is u het meest waardevol en waarom is dat dan zo?

Dat zijn twee attracties. Het Lavenlaar is  een attractie waarbij hij ook een sprookje bedacht en bij het bedenken ging ie volledig uit z’n dak. Er is ook zoveel mee te doen, hij heeft nog zoveel laten liggen. En droomvlucht uiteraard ook. Dat waren de Highlights uit mijn tijd. Fata morgana overigens ook. Maar dat is ver voor mijn tijd als Efteling directeur. Maar Droomvlucht en het Lavenlaar waren voor mij de echte topstukken.

5: Welke herinnering aan uw samenwerking met Ton van de Ven is de beste herinnering die u hebt waar je dan nog altijd met plezier aan terug denkt?

In principe zijn dat de reizen geweest. Dat heb ik dus ook veel met Ton gedaan. Veel naar Duitsland e.d. En naar oktober festen ben ik een paar keer geweest. Met mij en Ton klikte het ook goed. Dat gold natuurlijk ook voor mij en Reinoud van Assendelft. Ton was voor mij al de beste herinnering.  Tuurlijk  heb je nog de zakelijke herinneringen.  Hij kon met vijf plaatjes droomvlucht laten zien aan mij en aan de raadvan commissarissen. Dat was een project wat toentertijd vijfentwintig miljoen gulden kostte. En daar moet je respect voor hebben. Hij kan goed overdragen hij heeft een hele mooie stem.

 6: In het kroniek van het sprookje had u het over het aangaan van Allianties en het overnemen van andere partijen. Kunt u hier specifieker in zijn?

We hebben samen gekeken naar Parc de Asterix om die samen over te nemen. Ton heeft voor mijn tijd samen met Ruud de Clerq projecten gezien science centre. We zijn in Hongarije in Budapest gaan kijken of we er een pretpark konden overnemen.

7: Heeft u wel eens tips of suggesties gegeven aan Ton toen hij een attractie bedacht, en deed hij er dan ook wat mee? 

Ja dat was bij Droomvlucht zo het geval. Het thema en decoratie is uiteraard van Ton. Mijn gedachte erbij was dat Droomvlucht een combinatie moest worden van een darkride en een thrillride. Dus eerst zou je rustig langs scènes gaan, en vervolgens zal je op de snelheid van een achtbaan naar beneden gaan. En dat is ongeveer zo het geval. Je gaat in een spiraalvorm ga je naar beneden met vrij hoge snelheid. Het is dus anders geworden dan hoe ik het als suggestie heb ingebracht en die ook in de attractie is gerealiseerd. Met het Hotel heeft Ton zich niet zo bezig gehouden dat heb ik voornamelijk gedaan. De thematisering van de kamers dat is dus ook iets wat door mij is gedaan. En daar heeft Ton ook wat ideeën en suggesties in gebracht.

 

8:In de tijd dat je bij de Efteling werkte, zo staat in de kroniek van het sprookje geschreven vertelde je dat je je door en door Efteling voelde, en dat je 24 uur per dag met het park bezig was, maakte dat het dan niet moeilijk om van de Efteling afscheid te nemen? 

Zeven jaar is een goede periode om directeur te mogen zijn. Ik was vrij jong directeur geworden. Want ik was 39 jaar oud. Maar ik ben altijd gewend dingen te realiseren. En niet te consulteren. Want ik ben een bouwer maar ik blijf altijd gevoelens over de Efteling behouden. Zou je mij opensnijden kwam er nog steeds Eftelings bloed uit.

9: Hoe heeft de Efteling afscheid van je genomen?

Met een grote receptie met o.a personeel en relaties. Ik heb leuke aandenkens gekregen. Zoals één vande beelden van de magische klok op het herauten plein in het sprookjesbos.
Een carrouselpaard en een oud beeld van het ganzenhoedstertje. En dat is een mooi cadeau.

10: Uiteindelijk werd je directeur van de Floriade, is het verschil tussen een Efteling directeur en een Floriade directeur groot? Of kon je als directeur van Floriade ideeën die je misschien voor de Efteling had, uiteindelijk uitwerken in de Floriade?

Goede vraag. Je moet het zo zien: Je carrière is een leerproces. Je leert overal van. In de Efteling leer jevan de vrije tijds industrie. Dat neem je op in de routine die ik doe. En natuurlijk werk je met concepten die je in de Efteling dus ook had. Je maakt dus een centrale entree, een verdeelplein en een route door het park en waarbij je attracties neer zet om flows in te krijgen. Hoe ga je om met dienstverlening gastheerschap en entertainment.
’t is andere productie maar enigszins lijkt het veel op elkaar.  De Floriade had een 8,7 bij tevredenheidvan de bezoekers.

11:En na de Floriade ben je uiteindelijk door gegaan naar Sotsji om een nieuw pretpark op te richten.  Wat voor ’n soort pretpark is het, en ben je dan net zoveel bezig met dat pretpark als toentertijd met de Efteling?

Nee, dat is compleet anders. Dus dat kun je niet met de Efteling vergelijken. De Efteling zat in mijn bloed, en dat van Sotsji is meer een job. Een technische job, ze hadden mij nodig omdat ze geen kennis hadden. Ik probeerde zoveel mogelijk mijn kennis in te brengen. Ik ben nog altijd nieuwschierig met wat er allemaal gebeurt in de Efteling. En ik hoor er veel over. Als er iets slechts wordt geschreven over de Efteling dan trek ik me dat aan.

 

12:Kom je nog wel eens in de Efteling, en zo ja, hoe vind je dat de Efteling en z’n attracties er op dit moment bij staan?

Jazeker. Ik ben wezen kijken bij Aquanura. Ik ben twee keer daar geweest met de Russen. De Efteling ziet er nog steeds fantastisch uit. Ook logistiek is er wat veranderd wat ik ook goed vind. De restaurants zijn fantastisch zoals dus Polles Keuken. Met de paardenshow Raveleijn had ik niks mee, maar die show is inmiddels veranderd. ’t Is cultuurgoed en Ton van de Ven heeft er enorm veel aan gedaan. Er is weliswaar een plein naar hem vernoemd en er hangt nu een foto van hem naast Hugo van den Loonsche Duynen, maar ik vind dat hij een standbeeld zou moeten krijgen.

 13: In de Efteling veranderd er soms het een en ander. Soms aan het park en soms aan de attracties en Horeca gelegenheden, welke verandering vind je het meest geslaagd en welke minder?

Zoals ik al zei: Polle’s keuken is fantastisch. Een horecagelegenheid met entertainment. Dat zelfde geld voor het kippenrestaurant met de nieuwe formule. Het poffertjesrestaurant heb ik toentertijd gerealiseerd en die vind ik ook fantastisch. Het witte paerd is verbeterd, maar eerlijk gezegd had ik daar niet zoveel mee. In mijn tijd toen ik dus als directeur werkte in het park, vond ik het witte paerd ook niet voldoende. Het was een cafetariasysteem en dat vond ik eerlijk gezegd niet zo geslaagd. En dat is dus verbeterd. Maar ze hebben alles goed gemaakt. In mijn ogen doen ze het ook heel erg goed daar in de Efteling.

14: Hoe gaat het verder met je, en bezoek je naast de Efteling ook nog geregeld andere pretparken?  Want ik heb gehoord dat je veel in Disneyland en Europapark komt.

Ja in Europapark kom ik veel. Want Ronald Mack is een hele goede vriend van mij. Mijn zoon werkt in Brussel bij IAAPA (International Association of Amusement Parks and Attractions). Ik ben verder nog in Walibi geweest. Het zit toch in mijn bloed ik kan gewoon niet zonder.