Alles over Ton van de Ven, Voormalig creatief directeur van de Efteling

Kerst met Hugo van den Loonsche Duynen: Deel 1

Kerst met Hugo van den Loonsche Duynen

Het was december. Sinterklaas was net een paar dagen weg uit Nederland en heel Nederland maakte zich op voor het naderende kerstfeest. Overal werden kerstbomen gekocht en opgetuigd en alle straten werden versierd met mooie lampjes. Zelfs in de Efteling. Daar waren alle sprookjes figuren bezig om van de Efteling een winter wonderland van te maken, zodat iedere bezoeker deze winter een heerlijk winterse sfeer kunnen proeven in de Efteling. Maar, ik zei dus dat alle sprookjesfiguren bezig waren met het versieren van de Efteling, maar op één enkele plek in dit park werd niks versierd. Daar staat een mooi deftig landhuis. Omgeven door een prachtige tuin, die er vooral in de zomer mooi groen bij ligt. In dit huis woont een hele oude man, die ooit eens een hele boel ellende heeft aangericht. Weet je wat hij had gedaan? Hij sloot zich ooit aan bij een meest beruchte boevenbende ooit. De bokkerijders. Hugo roofde ooit eens een klooster leeg, daarbij riep hij de toorn des heren over zich af en sindsdien is hij vervloekt en accepteert zijn eigen huis hem niet eens meer als bewoner. Want zodra deze man rustig in zijn huiskamer wil gaan zitten, begint de boel rond te tollen als een gek. De man van dit huis heet: Hugo van den Loonsche Duynen.

Hugo zucht, hij kijkt vanuit het raam vanaf de eerste verdieping naar beneden en ziet in de verte hoe diverse sprookjesfiguren gezellig met de versieringen voor de winter Efteling aan de gang zijn. Stiekem is hij een beetje jaloers op de andere sprookjesfiguren. Hij heeft spijt van al zijn wandaden en is het zat dat hij nog steeds geen rust heeft.

“Niemand zal mij deze kerst missen.”zucht Hugo. Maar, wat hij niet weet, is dat Pardoes in zijn magische bol gezien heeft dat Hugo er heel erg mee zit dat hij niet met de kerst mee kan doen. En ja, iedereen verdiend wel een gelukkige kerst. En dat bracht pardoes op een idee. Hij riep alle sprookjesfiguren bij elkaar om een plan te bedenken om Hugo te verrassen. Er kwamen de leukste ideeën te boven. Maar, Hugo moest dan wel een tijdje zijn huis uit. En ook daar heeft pardoes een oplossing voor.

Het is een heldere nacht. Hugo besluit uit pure verveling maar wat sneeuw te ruimen. Totdat hij ineens Hohohooo hoorde roepen. Verbaasd kijkt Hugo omhoog, en ziet daar ineens de kerstman in zijn slee verschijnen. Met zijn rendieren. En één daar van is de rendier met een rode neus. Rudolph. Hugo is van stomheid geslagen, vraagt: “Wie zijt gij?” “Ik ben de kerstman.”zegt de kerstman. Een soort sinterklaas, maar dan zonder mijter. En veel dikker dan de sint. “Aan sinterklaas vraag ik altijd of hij m’n vloek wil verbreken.”zegt Hugo. Maar dat is voor zo’n oude man onmogelijk. Dus jou lukt het al helemaal niet. “Nee.”zegt de Kerstman. Maar mij lukt wel iets anders. Ik wilde jou eens meenemen op een mooie betoverde vlucht boven het prachtige winterse landschap. “Oh?” zegt Hugo, en ter ere van wat? “Wel euh… tsja” De kerstman probeert een goede smoes te verzinnen. “Wel ik voel me soms zo alleen in die grote slee. En mijn hulpjes kunnen ook niet altijd met me mee.” “Ach je wilt gewoon mijn hulp.”zegt Hugo. Nou vooruit dan. Alles beter dan gek worden in mijn huis!

hij stapt in de slee van de kerstman en net als Hugo en de kerstman weg zijn, komen veel sprookjesfiguren aanlopen met diverse versieringen en sparrenbomen.

.